zondag 3 juni 2012

"Leef nu, het is later dan je denkt!"

Een paar maanden geleden viel ik onverwachts uit de running. Sindsdien zijn er veel vragen gekomen over wat er nou precies aan de hand is en hoe het allemaal verder met me verloopt.
Ik stel alle oprechte belangstelling zeer op prijs, maar voor mijn herstel had ik echt rust nodig en het is ook ondoenlijk voor me om het aan iedereen persoonlijk te vertellen.
Daarom heb ik, nu mijn herstel vordert, in een notendop mijn verhaal hieronder beschreven, zodat iedereen het lezen kan.

Zo ben je volop in de running -"druk, druk, druk"- en dan ineens word je per ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Dit overkwam mij op woensdag 7 maart.
Er was iets raars met mijn gezichtsvermogen aan de hand en ik kreeg een intens zware hoofdpijn. Zo van het ene op het andere moment.
Aanvankelijk werd met een CT-scan naar een hersenbloeding gezocht. Maar een MRI-scan verder, kreeg ik een dag later het slechte nieuws te horen dat er een gezwel in mijn hoofd zat.
BOEM!! Totale schrik en verbijstering: "Ik heb een hersentumor!"
In afwachting van wat me dan nog te wachten staat, mag ik ondertussen wel weer naar huis.

Een week later ben ik door de neuroloog in Lelystad als patiënt overgedragen aan de neurochirurg in Zwolle, waar ik weer een week later op gesprek ben.
"Er zit iets geks in uw hoofd, meneer Jansen." Een exacte diagnose (soort tumor, ernst) kon nog niet worden gegeven. Wel de duidelijkheid dat een operatie onvermijdelijk was.
Nog een week later is het dan zover. En ik ben er klaar voor! Ik heb me thuis in alle rust mentaal op de operatie voorbereid en ik ben ervan overtuigd dat ik deze "strijd" in mijn leven overwin.
Strijdvaardig, wilskrachtig en vol vertrouwen op een goede afloop word ik met een kaalgeschoren hoofd op donderdag 29 maart de OK binnengereden.

Van mijn ontwaken op de uitslaapkamer kan ik me niets meer herinneren en van mijn tijd op de IC al niet veel meer. Maar een dag later lag ik alweer op de verpleegafdeling.
En toen de drains eenmaal uit mijn hoofd waren verwijderd, stapte ik meteen daarna al uit het ziekenhuisbed. Nou heb ik een bloedhekel aan spuiten en ik wilde dan ook koste wat kost een vervelende "trombose-spuit" voorkomen, dus ik dacht "hup dat bed uit".
Maar mijn vrouw kan haast niet geloven wat ze dan ziet en kijkt me vol verbazing aan, want slechts één dag na mijn hersenoperatie loop ik al rondjes op de verpleegafdeling en eet ik mijn avondeten gewoon aan tafel.

Maar het allerbelangrijkste was toen wel: "Ik ben er nog én alles werkt nog!" Het risico dat ik tijdens of kort na de operatie zou kunnen doodgaan is dan geweken; er zijn geen (na)bloedingen.
Nog een dag later begin ik me al te vervelen in het ziekenhuis en ik wil dan ook naar huis. Op eigen kracht de dingen doen die ik kan. Thuis kan ik ook herstellen, thuis word ik ook verzorgd en thuis heb ik meer rust.
Het verplegend personeel is verrast, maar ziet ook hoe goed het met me gaat en brengt mijn verzoek over aan de zaalarts en de volgende dag (zondag 1 april) ben ik alweer thuis.

Na zo'n zware operatie vol risico's gaat het wonderbaarlijk goed met me. Maar de dagen erna merk ik dat het lichamelijk toch zijn tol eist. Ik ben erg moe en ik heb hoofdpijn. Begrijpelijk, maar toch ook wel enigszins een tegenvaller voor me. Mijn geest wil graag weer vooruit, maar mijn lichaam heeft tijd nodig om te herstellen. Of ik wil of niet, ik moet me daarop aanpassen en op tijd mijn rust nemen.

Na een week worden de hechtingskrammen bij de huisarts verwijderd. Maar liefst 30 stuks in een dubbele winkelhaak gerangschikt. Toen ik in de spiegel keek, moest ik toch even aan Frankenstein denken. "Wat een litteken zeg."

En toen was het wachten. Wachten op de uitslag van het weefselonderzoek. Na bijna twee weken ligt die bij de neurochirurg. Maar die wil zekerheid en dus wordt alles doorgestuurd naar Groningen voor een second opinion door de patholoog.
"Het lijkt mee te vallen". Meer kom ik dan nog niet te weten.
Terwijl het wachten voortduurt, neemt de spanning ondraaglijk toe. Dan eindelijk, zes weken na mijn eerste ziekenhuisopname, is de definitieve uitslag binnen.
"De uitslag is hetzelfde", maar daarmee weet ik nog niet wat er nou precies uit mijn hoofd verwijderd is en welke prognose mij dit geeft.

De afspraak voor het persoonlijk gesprek met de neurochirurg volgt.
"Ik heb goed nieuws." Eindelijk klinkt dan het verlossende woord.
Het is een zeldzame vorm van een langzaam groeiende tumor vanuit de hersenvliezen en goedaardig. Er is geen verdere behandeling nodig; geen bestraling, geen chemo. Ik realiseer me dat ik vreselijk veel geluk heb gehad. Een betere uitslag had ik niet kunnen krijgen! Wel blijf ik langdurig onder controle en de eerste controle-MRI wordt al meteen gepland.

Al die tijd worden er dagelijks beterschapskaarten en boeketten bezorgd. Ik kom vazen te kort, maar het getoonde medeleven is hartverwarmend en doet me veel goed. Zowel voor als na de operatie.

Ik ben opgelucht en wil weer aan de slag. Maar eerst er nog even tussenuit, naar de zon. Even geen ziekenhuis, geen artsen, geen vragen. Alleen maar tijd voor elkaar, en samen ontspannen. Na een intens spanningsvolle tijd hebben we dat ook hard nodig. Want niet alleen voor mij, maar ook voor mijn vrouw is dit een zware tijd (geweest). "In ziekte en gezondheid."

Elke week voel ik me nu weer wat beter. De druk op mijn hoofd neemt af en langzaamaan wordt ook de vermoeidheid minder. Al verloopt mijn herstel steeds met wat vooruitgang en dan weer een terugslag, ik vind het tijd worden om mijn plannen om weer aan het werk te gaan verder vorm te gaan geven. Ik heb een soort van heimwee naar de raad.
Eerst nog maar voorzichtig wat "achter de schermen" aan de slag en als mijn lichaam mee wil werken, dan zo rond het zomerreces er weer helemaal tegenaan. Dat is mijn plan en, ik heb er zin in!

Het heeft me goed gedaan dat ik er ondertussen op kon vertrouwen dat mijn portefeuilles werden waargenomen door mijn collega-wethouders Jop, Meta, Willem en Ruud, en dat er ook met de fractie van de Inwonerspartij een goede samenwerkingsafspraak loopt. Uiteraard stel ik het begrip vanuit de gemeenteraad ook zeer op prijs.

En nog meer dan ooit ga ik voortaan mijn eigen spreuk toepassen: "leef nu, het is later dan je denkt!" Al heeft dit met deze ervaring nu wel een veel diepere betekenis gekregen…

Wout Jansen